pexels-karolina-grabowska-4476376

De meldplicht uit de Wtza: voor iedere zorgaanbieder, maar eigenlijk niets nieuws


Inmiddels zal de term ‘Wtza’ menigeen niet meer onbekend in de oren klinken. ‘Wtza’ staat voor: Wet toetreding zorgaanbieders. Het is een nieuwe wet, die naar verwachting per 1 januari 2022 in werking treedt. Wat betekent deze wet voor zzp’ers?

Over de Wtza

De Wtza is de opvolger van een deel van de Wet toelating zorginstellingen (‘WTZi’). Als de Wtza in werking treedt vervangt de Wtza de WTZi. De WTZi bepaalt nu nog dat door sommige instellingen een ‘toelating’ moet worden aangevraagd, om zorg te mogen verlenen. Die toelating is vergelijkbaar met een vergunning. De WTZi geldt alleen voor ‘instellingen’. De Wtza niet, die geldt breder: voor ‘zorgaanbieders’. Voor het verschil tussen het begrip ‘instelling’ en ‘zorgaanbieder’ verwijzen wij naar ons aparte blog hierover.

Let dus op: ben je geen ‘zorgaanbieder’, maar ‘zorgverlener’, dan is de Wtza niet direct op jou van toepassing!

Jeugdwet

Met de komst van de Wtza wordt een gelijke regeling ingevoerd voor aanbieders van jeugdhulp (‘jeugdhulpaanbieders’). Voor jeugdhulpaanbieders gaat de hieronder uitgelegde nieuwe regeling gelden op grond van de Jeugdwet, ook naar verwachting per 1 januari 2022.

De meldplicht

De Wtza bevat een nieuwe meldplicht. Die meldplicht houdt in dat een zorgaanbieder bij de Minister voor Medische Zorg moet melden dat hij aan de slag gaat. De Wtza geldt voor elke zorgaanbieder, op het moment dat de wet in werking treedt. Ook voor onderaannemers! Bestaande zorgaanbieders moeten zich  ook melden. Daarvoor krijgen zij een half jaar de tijd, nadat de wet in werking is getreden.

De melding doen en informatie bij de melding

De melding gaat digitaal, bij het CIBG, via www.toetredingzorgaanbieders.nl. Er komt te zijner tijd een speciaal meldingsformulier beschikbaar. De concepten daarvan staan nu al online. Volgens deze conceptformulieren dient bij de melding verschillende informatie te worden aangeleverd.

Voor solistisch werkende zorgaanbieders (dus niet: instellingen) valt te denken aan informatie zoals:

  • of sprake is van een ‘nieuwe aanmelding’ van een ‘nieuwe aanbieder’, of juist niet.
  • wat voor zorg wordt verleend. Dit kan ook jeugdhulp zijn, of zorg/hulp aan jeugdigen met een jeugdbeschermingsmaatregel. Ook moet worden aangegeven of de zorg onder de Wet zorg en dwang en de Wet verplichte ggz kan vallen;
  • of sprake is van onderaannemerschap;
  • hoeveel cliënten er zijn;
  • of bij de zorg ook voorbehouden handelingen worden verricht.

Ook moet volgens de formulieren worden aangegeven of de volgende onderwerpen zijn geregeld:

  • een ondernemingsplan met aandacht voor risico’s in de bedrijfsvoering;
  • indien van toepassing: of de medezeggenschap van cliënten en werknemers is geregeld (NB: dat is voor solisten vaak níet nodig!);
  • een klachtenprocedure;
  • een procedure voor het melden van calamiteiten;
  • een verklaring dat wordt voldaan aan de professionele standaarden;
  • een vastgelegde procedure voor de registratie van incidenten;
  • een verklaring dat volgens de Wet marktordening gezondheidszorg (‘Wmg’) wordt gehandeld;
  • dat een (interne) beoordeling is uitgevoerd om te toetsen of is voldaan aan de geldende kwaliteitseisen;
  • bij jeugdhulp: dat wordt voldaan aan de Jeugdwet;

Al deze eisen zijn niet nieuw. Zij volgen al uit de bestaande wetgeving. Zoals de Wkkgz, die inmiddels al vijf jaar oud is. En voor de medezeggenschap van cliënten geldt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (‘Wmcz 2018’). Voor de medezeggenschap van de medewerkers geldt de Wet op de ondernemingsraden (‘WOR’). Naast de hierboven opgesomde eisen, gelden natuurlijk ook de andere eisen die in de Wkkgz staan. Denk aan bijvoorbeeld het hebben van een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het uitvoeren van de vergewisplicht. De vergewisplicht geldt echter alleen voor een ‘instelling’, en niet voor ‘solistisch werkenden’. Dus niet voor iedere zorgaanbieder.

Waarom?

Geen van de hiervoor genoemde onderwerpen is nieuw. Want elke ‘zorgaanbieder’ moet bijvoorbeeld al een klachtenprocedure hebben. En een procedure voor de registratie van incidenten. Deze regels staan immers in de Wkkgz en Jeugdwet (of de Wmg), en niet in de Wtza. Toch heeft de wetgever het nodig geacht dat meer zicht op zorgaanbieders komt, door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (‘IGJ’). En met name op nieuwe zorgaanbieders. Door de meldplicht worden nieuwe zorgaanbieders gelijk geïnformeerd over en ook bewust gemaakt van de voor hen belangrijkste verplichtingen.